ZAANSTREEK – Donderdag 19 november heeft de officier van justitie van het Openbaar Ministerie (OM) 30 maanden gevangenisstraf geëist tegen twee verdachten van het beroven van een pizzakoerier. De gewapende overval vond plaats op 30 oktober 2017 in Zaandam. De verdachten die donderdag voor de rechter verschenen, zijn een 27-jarige man uit Krommenie en een 22-jarige Amsterdammer.
In totaal waren er volgens het Openbaar Ministerie Noord-Holland vier mannen bij deze overval betrokken. Van twee verdachten zijn de zaken aangehouden, zij zullen zich op een later moment voor de rechter moeten verantwoorden.
Wat er die nacht gebeurde
De pizzakoerier stond om 01:00 uur met zijn auto in de Indigostraat in Zaandam om een bestelling af te leveren. De man die de bestelling deed, belde met het slachtoffer toen hij in de buurt was: “Oh ik zie je. Je bent te ver gereden. Je moet naar achteren.” Vlak daarna begon de overval. Het slachtoffer zat nog in de auto toen een man een vuurwapen op hem richtte en zei: “Je Rolex afdoen”. De overvaller laadde het pistool door en richtte het op het hoofd van het slachtoffer. Twee andere mannen kwamen aangerend en één stapte in aan de bijrijderszijde. “Doe je kettingen af”, riep hij. De derde overvaller bleef achter de auto staan.
“Het is opvallend”, benoemde de officier van justitie ter zitting, “dat de overvallers naar de sieraden vroegen, terwijl het slachtoffer deze onder zijn kleding droeg en deze dus niet zichtbaar waren”. Uiteindelijk vluchtten de drie mannen weg en vroeg het slachtoffer om hulp bij een buurtbewoner. Met diens telefoon belde hij 1-1-2. Het slachtoffer had een blauw oog en een opgezwollen wang.
Onderzoek
De politie startte een onderzoek. Al snel werd gekeken naar wie de pizza’s had besteld. De bestelling was die nacht om 00.09 gedaan via Thuisbezorgd met het e-mailadres van een bestaande klant. Het e-mailadres bleek van de vriendin van de 27-jarige verdachte. De man die de bestelling deed, belde met een herkenbaar 06- nummer. Toen de politie onderzoek deed naar dit ‘bestelnummer’, bleek het alleen te zijn gebruikt op de dag van de overval.
De politie achterhaalde in wat voor telefoon de simkaart zat en wat de laatste vier cijfers van het i-meinummer waren van dat toestel. De 27-jarige verdachte was voor en na de periode van de overval in het bezit van deze telefoon. Kort voor de overval werd het nummer van de verdachte nog gebruikt in het toestel waar later de andere simkaart, die van het bestelnummer, inging. Er bleek gebeld te zijn nabij het plaats delict. Het bestelnummer bleef maar één uur in het toestel van de verdachte zitten.
Fouten
Een kleine maand na de overval, deed verdachte zijn telefoon weg. De politie wist het apparaat te traceren en nam het in beslag. Onderzoek naar de telefoon wees uit dat er was gezocht op de openingstijden van het bezorgrestaurant en ook bleek dat de telefoon kort voor de overval een sms van Thuisbezorgd binnenkreeg. De straat waar de bestelling naartoe gebracht moest worden, was ook een paar keer door de gebruiker ingetoetst.
De 27-jarige verdachte verklaarde desgevraagd dat hij de enige gebruiker van dit toestel was. Toen hij ermee werd geconfronteerd dat het e-mailadres van zijn vriendin was gebruikt, antwoordde hij: ‘Ik weet dat je zulke fouten niet moet maken’. Vanaf toen beriep hij zich op zijn zwijgrecht.
Contact
Het nummer van de 27-jarige verdachte heeft op de avond van de overval veel contact met het nummer van de 22–jarige Amsterdammer. Het nummer van deze verdachte straalt die avond de zendmast van het plaats delict aan.
Uit tapgesprekken blijkt dat verdachten en de partners van de verdachten over de telefoon contact met elkaar hadden, bijvoorbeeld nadat er aanhoudingen waren verricht of voorafgaand aan getuigenverhoren.
Uit meerdere gesprekken blijkt hun betrokkenheid bij het feit. Ook blijkt uit telecomonderzoek dat de verdachten op de dag van de overval meerdere keren contact met elkaar hadden en de toestellen blijken bij elkaar in de buurt te zijn geweest. Een paar dagen na de overval hebben de verdachten ook telefonisch contact met elkaar. In tapgesprekken lijkt gesproken te worden over de verdeling van de buit.
Nauwe samenwerking
Uit dit alles blijkt volgens de officier van justitie dat er sprake is van een bewuste en nauwe samenwerking tussen de verdachten. De 27-jarige verdachte past niet in één van de signalementen die door het slachtoffer worden doorgegeven. Een verklaring hiervoor is dat hij buiten het zicht van het slachtoffer is gebleven, omdat de twee elkaar kennen. Dit verklaart ook hoe de overvallers wisten wat voor sieraden het slachtoffer onder zijn kleding droeg.
De rechtbank doet over twee weken uitspraak.
123